Skip to content

Intrinsieke motivatie

intrinsieke motivatie

Patiënten rekenen op je, collega’s hebben je nodig, en de druk van een altijd draaiende zorgsector lijkt nooit te verdwijnen. In deze context is het gemakkelijk om in een patroon van ‘moeten’ te vervallen. Voel jij dat je helemaal niet meer vanuit je intrinsieke motivatie werkt en het je vooral energie kost in plaats van geeft? Dan is het een goed moment om te ontdekken hoe je de shift maakt van moeten naar willen. 

Van moeten naar willen, van push naar pull

Werken vanuit een gevoel van ‘moeten’ — vaak aangedreven door perfectionisme, verantwoordelijkheidsgevoel, en een cultuur waarin hard werken wordt verheerlijkt — kost ontzettend veel energie. Het kan voelen alsof je continu tegen de stroom in zwemt. Daartegenover staat werken vanuit ‘willen’: het bewust meegaan met de stroom en keuzes maken die aansluiten bij je intrinsieke motivatie. Dit leidt niet alleen tot meer energie, maar ook tot een dieper gevoel van voldoening en werkplezier.

Toch is die overgang van pushing naar flow geen gemakkelijke stap. Het vereist niet alleen een nieuwe manier van denken, maar ook het loslaten van diepgewortelde overtuigingen. Vooral in de zorg, waar ‘controle’ en ‘doorzetten’ vaak synoniemen zijn voor professionaliteit, is het een uitdaging om te vertrouwen op ‘willen’. Gelukkig kan dat zonder de verantwoordelijkheid uit het oog te verliezen.

Waarom zit moeten/pushing zo diep in ons?

De neiging om te ‘moeten’ is niet alleen cultureel bepaald; het heeft ook een biologische basis. Ons brein is evolutionair geprogrammeerd om te streven naar zekerheid en controle. Dit overlevingsmechanisme, gedreven door de amygdala (waarin ook ons angstcentrum zit), zorgt ervoor dat we alert blijven op bedreigingen — zowel fysieke als sociale. In de medische context, waarin fouten grote gevolgen kunnen hebben, wordt deze reactie versterkt.

Daarnaast speelt conditionering een rol. Veel artsen groeien op met de overtuiging dat succes het resultaat is van hard werken en offers brengen. Deze overtuiging wordt vaak bevestigd in de opleiding en tijdens de eerste jaren in het vak. Het resultaat? Een diepe interne drijfveer om continu te presteren en jezelf voorbij te lopen. Het grotere doel blijft belangrijker dan jijzelf.

Waarom ‘willen’ zo moeilijk is

Werken vanuit ‘willen’ vraagt om vertrouwen: vertrouwen in jezelf, in je keuzes, en in het proces. Dat kan voelen als loslaten, en loslaten roept bij veel mensen angst op. De zorgsector is bovendien niet bepaald een omgeving waar alles ‘op z’n beloop’ gelaten kan worden. Patiënten hebben immers baat bij zorgvuldigheid en actie. Hoe kun je in zo’n context leren surfen op de stroom van intrinsieke motivatie zonder je verantwoordelijkheden te verwaarlozen?

Meer werkplezier en energie – op zoek naar de ‘pull’

Het goede nieuws is dat het mogelijk is om van moeten naar willen te bewegen, ook in een veeleisende omgeving zoals de zorg. Het vraagt echter om bewuste oefening en soms om het ‘afleren’ van oude patronen. Hier zijn een paar praktische stappen:

Herken je triggers

Identificeer momenten waarop je vanuit ‘moeten’ handelt. Is het een druk van buitenaf, of komt het voort uit je eigen overtuigingen? Reflecteer hier regelmatig op.

Versterk je zelfcompassie

Zelfcompassie helpt je om mild te zijn voor jezelf. Het maakt het makkelijker om fouten te accepteren en om vertrouwen te hebben in je keuzes.

Vind je intrinsieke motivatie

Vraag jezelf af: wat drijft mij echt? Welke aspecten van mijn werk geven mij energie? Door hierop te focussen, wordt het makkelijker om keuzes te maken vanuit willen.

De overgang van moeten naar willen is een reis, geen eindbestemming. Het vraagt om bewustzijn, oefening, en soms om het durven afwijken van de gebaande paden. Maar de beloning is groot: meer werkplezier, meer energie, en uiteindelijk betere zorg voor je patiënten. En ook in je privéleven is het leven vanuit willen ontzettend waardevol. Begin klein — kies vandaag één ding dat je wilt doen, in plaats van moet doen. En ontdek hoe dat voelt.

Back To Top