Het raakt mijn hart wanneer artsen vanuit overlevingsstand werken
Overleving en zingeving
Door moeheid, onmacht, miskenning en angst gaat ons primitieve brein in de ‘overlevingsstand’. Dat betekent, dat je geen ruimte meer hebt voor creativiteit of voor verschillende perspectieven. Dit duwt je (langzaam) weg bij je bevlogenheid. En soms weet je dan nog maar één reactie: weggaan (flight).
Schaufeli heeft veel onderzoek gedaan naar bevlogenheid. Hij laat in zijn WEB-model de link zien tussen energiebronnen en werkstressoren. Ook de persoonlijke hulpbronnen spelen een belangrijke rol in versterken van bevlogenheid. Onder de persoonlijke hulpbronnen valt ook zingeving.
Wanneer je dus niet zo af en toe stilstaat bij jouw zingeving, mis je die versterking van je bevlogenheid in je werk.
In onze nascholingen en coaching zie ik artsen door aandacht voor hun zingeving weer bij hun eigen bevlogenheid komen voor hun vak. En dan blijkt het veel makkelijker om weer een positieve cirkel te vinden: van zingeving naar bevlogenheid naar energie. En dit versterkt zingeving en bevlogenheid en geeft energie.
De negatieve cirkel kennen we ook allemaal: vermoeidheid en stress zorgt ervoor dat je brein in overleving stand komt en weg van bevlogenheid: Je primitieve brein laat je in de ‘dramadriehoek’ terecht komen, zodat je ‘redder’, ‘slachtoffer’ of ‘aanklager’ wordt. Al deze rollen geven kortdurend comfort. Maar uiteindelijk zit bij ieder van deze drie rollen de verantwoordelijkheid niet op de gezonde plek en geeft het geen echte verandering van de situatie. Bovendien nodigen ze ook mede klagers en mede slachtoffers en mede redders uit. Iets wat we op dit moment in de zorg heel veel zien gebeuren. En dat haalt zorgprofessionals weg bij hun bevlogenheid.
Je kunt daar zelf invloed op hebben, door jezelf met zekere regelmaat de vragen te stellen over je eigen zingeving zoals:
– Doe ik wat ik belangrijk vind?
– Durf ik keuzes te maken die mij voldoening geven?
– Doe ik wat mij energie geeft?
Teruggaan naar je zingeving nodigt je uit om je verlangens onder woorden te brengen! En van daaruit is het makkelijker om uit het drama over te stappen naar de leiderschapsdriehoek.
Maak er een gewoonte van om ook over dit soort onderwerpen met elkaar te praten: met je collega’s, met je assistenten, met je opleiders. Wanneer je goed weet wat er voor jou belangrijk is en wat jou voldoening geeft, kan je daar ook je dagelijkse keuzes in je werk op aanpassen. Daardoor wordt je werk weer leuker! Dit kan ook gaan over kleine stappen: wat zijn kleine stapjes die jou plezier geven in je werk? Die zorgen, dat je weer energie krijgt?