‘Waarom de Chinezen de tijd mee hebben’
Hoe tijd je beste vriend kan worden
Een filosofisch boek over de tijd. Niet altijd makkelijk om te lezen, dus was een goed boek voor de zomer. Het boek geeft een andere kijk op tijd, dan de gehaaste tijd die wij zelf goed kennen. Ik heb geprobeerd om uit 256 bladzijden de hele diverse manieren van kijken naar de tijd te benoemen. Verschillende, schijnbaar losstaande ideeën over de tijd. Wel allemaal als tegenhanger naar die soms zeer eenzijdige manier hoe wij in het Westen naar de tijd kijken: tijd als schaars goed.
Christine Cayol beweert dat we in het Westen tijd als een wedren voorstellen; iets waarmee je al concurrerend een doel bereikt. Volgens haar stellen Chinezen de tijd voor als water, waarvan de kracht berust op soepelheid, en de efficiëntie op onzichtbaarheid. Alleen op deze zin kan je al een tijdje kauwen…
Vervolgens stelt ze: ‘We kunnen alleen van onze angst voor tijdgebrek afkomen als we onze activiteiten onderwerpen aan een nieuwe leefregel: Laat het woord schoonheid het eerste woord van de dag worden…Onze tijdsziekte is het gevolg van een filosofische en culturele voorstelling.’
Die Westerse filosofische en culturele voorstelling is onder andere gegrond in de filosofie van Aristoteles, waardoor in het westerse denken de tijd beschouwd wordt vanuit de ruimte: we gaan uit van een rationele, lineaire en meetbare tijd.
Het begrip van horizontale en verticale tijd
Horizontale tijd is de voorwaartse tijd. De tijd waarin we vooruitgang uitdenken en effectief maken. De tijd wordt hier objectiveerbaar en beheersbaar. Het is maar één stap van de beheersbare tijd naar de ‘vijandige’ tijd. De tijd wordt vijandig doordat er altijd te weinig van lijkt te zijn en we er steeds het gevecht mee aangaan.
De verticale tijd is de gevoelsmatige, innerlijke, kostbare en nuttige tijd: we keren ons met onze liefde en onze gedachten in onszelf en ervaren momenten die gewijd zijn aan verdieping, verbondenheid en creativiteit.
Plastische tijd in plaats van logische tijd
De Chinese traditie laat het toe de tijd meer als plastisch dan als logisch waar te nemen: een min of meer stevige boetseerklei, waarmee voorlopige constructies kunnen worden gemaakt, die altijd weer opnieuw gevormd of gewijzigd kunnen worden. Dit gebeurt steeds op het kruispunt waar horizontale en verticale tijd elkaar ontmoeten. Dit betekent tegelijkertijd op je horloge kunnen kijken, vaart maken als het moet, maar er ook zijn voor anderen, overdenken, hopen, een spirituele tijd hebben. Om te genezen van de ziekte van de haastige mens moeten we ons steeds de volgende vraag stellen: Bij en voor wie willen we aanwezig zijn? Hiermee putten we uit de verticale tijdsduur.
Kwantitatieve aanwezigheid versus kwalitatieve aanwezigheid
Aanwezig zijn in het heden vraagt in deze huidige wereld om bewustwording en verantwoordelijkheid nemen. Deze kwalitatieve aanwezigheid is een voorwaarde voor alles waar we naar verlangen zonder het echt te durven wensen: de levensbehoefte aan vertrouwen, erkenning, genegenheid en respect die het leven mooi maken. Kwalitatieve aanwezigheid brengt intensiteit voort en vernieuwing. Wat dan telt is wie we zijn, de manier waarop we vervuld zijn van onze gebaren, onze intenties, onze relaties.
Kwalitatieve aanwezigheid vraagt om ‘waterdichte schotten’ tussen verleden, heden en toekomst…Vaak hebben we een overgangsfase nodig om in de aanwezigheidsmodus te komen. Bijvoorbeeld door even te lopen of door bewust adem te halen.
De menselijke tijd versus de tijd van de natuur
Ook hier gaat het weer om het samenwerken van deze twee tijden: de menselijke tijd van onze behoeften, onze wensen en onze arbeid. En de tijd van de natuur, die cyclisch is, maar ook met onberekenbare verrassingen. Vanuit onze technische en industriële prestaties is een collectief ongeduld ontstaan in de menselijke tijd. Terwijl de natuur ons leert om het leven te nemen zoals het komt, onvoorspelbaar, turbulent, intens en spontaan; het lijkt heel moeilijk geworden om dat te accepteren.
Geduld
Humor maakt geduldig, net als liefde. Improvisatie komt in de plaats van controle en laat zien hoe genereus de tijd kan zijn, die overloopt van verrassingen zodra we hem ons vertrouwen geven. Geduld maakt het mogelijk om beter te begrijpen wat bezig is te gebeuren.
Loslaten
Loslaten is in China een manier van zijn en niet een activiteit. Het vraagt oefening. Het gaat om loslaten van de gerichtheid op een doel. Loslaten begint met nergens greep op hebben en met waarnemen en ervaren van wat er in de werkelijkheid gebeurt. Dan kan er een samenwerking met de tijd en met de mensen om je heen ontstaan.
Lege tijd en volle tijd; yin tijd en yang tijd.
Hier gaat het om de stap te maken van een vervoegde tijd (waarin het verleden en de toekomst een rol spelen) naar een dansende tijd, die bevrijd is van chronologische precisie, maar attent is op het ritme. Met aandacht voor het gunstige moment, waarbij niet geprobeerd wordt aan de groeiende plant te gaan trekken. Geen enkele tijd is dan ooit verloren. Geen enkele ontmoeting nutteloos, geen enkel gebaar onbeduidend, geen enkel woord vergeten. Wie achter zichzelf aan holt, raakt uitgeput en raakt zijn basis in het heden kwijt.
De Chinezen hebben hun tijd mee
Uit hun eigen cultuur putten ze de zekerheid dat de tijd kan worden beleefd als een diepe, golvende zee en kan meebewegen met de seizoenen, terwijl ze tegelijkertijd ongelooflijk handig kunnen spelen met de hedendaagse onmiddellijkheid waarin stiptheid van belang is.
Kosmische seizoentijd, lichamelijke seizoentijd, psychische seizoentijd, affectieve seizoentijd.
De tijd is niet lineair, maar geeft aan hoe bepaalde processen zich ontwikkelen en welke overeenkomsten ze vertonen. Alles speelt zich af in het heden en in de relatie met anderen. Het gaat om het vinden van onze plek binnen het ritme van een natuurlijke tijd. Elk seizoen vraagt om (h)erkennen in welk seizoen je bent en daar je gedrag, je activiteit en je gemoedstoestand bij aan te passen.
Nog meer tijden
Er komen nog meer tijden langs:
gevoelstijd,
gegeven tijd,
innerlijke tijd – spirituele tijd – eeuwige tijd,
vermoeiden die zich vooral op het verleden richten, genieters die zich vooral op het heden richten en vurigen die zich vooral op de toekomst richten.
Hoe gaan de Chinezen met hun tijd om?
Het lijkt te gaan om duidelijk prioriteren en kiezen: de tijd kunnen nemen als het nodig is en daarbij niet aarzelen je agenda overhoop te gooien. Daarbij de persoon en de relatie altijd belangrijker maken dan de activiteit. En durven ‘het goede moment’ af te wachten.
Ontspanning en ademhaling worden erkend als het fundament zelf van wijsheid en gezondheid.
Slapen om te herstellen zodra er gelegenheid is wordt gezien als wijs benutten van de tijd.
Om af te sluiten lijkt de conclusie dat de tijd een proces is, waarin openheid en beschikbaarheid essentiële onderdelen zijn. Waarin het ritme van activiteit en stilte en verdieping essentieel zijn. Waarin we samenwerken met de tijd in plaats van haar te bevechten.